Je kan geen autisme hebben want;
-je hebt veel sociale contacten
-je werkt gewoon
-je maakt oogcontact
-je bent gevoelig, leeft je in
-je ziet er niet autistisch uit
-je hebt geen speciaal interesse
-iedereen is wel beetje autistisch, ik hou ook van planningen
T voelt kwetsbaar om te delen dat ik autistisch ben/autisme heb want iedereen heeft er wel een mening over.
Maar ik vind t belangrijk om t wel te doen omdat er nog zoveel onbekendheid is en dat maakt dat veel mensen er mee worstelen en niet de juiste hulp krijgen die ze nodig hebben.
Met name bij vrouwen met autisme.
Als ik naar mezelf kijk en ook de vrouwen die ik begeleid zie je dat we geleerd hebben te maskeren en te camoufleren.
Dat heeft mij ver gebracht, maar kost mij ook veel. En dat ziet niemand...
Ik zal een aantal vooroordelen langs lopen vanuit mijn perspectief
1. Ik heb sociale contacten; Vrouwen met autisme kunnen sociaal zijn en/of sociaal doen.
Vrouwen met autisme kunnen sociaal gedrag aangeleerd hebben, in plaats van het aanvoelen. Ze spiegelen/kopiëren sociaal gedrag en maken gebruik van patroon herkenning. Je lijkt heel sociaal, maar doordat het is aangeleerd kost het heel veel energie. Ook ik heb behoefte aan sociaal contact en wil graag sociaal zijn. Ik heb altijd veel contact gehad met mensen.
Gesprekken aangaan lijkt mij geen moeite te kosten. Voor de buitenwereld lijkt het dat ik heel sociaal vaardig ben en goed kan communiceren. Maar ik analyseren en beredeneer veel. Voor elke afspraak denk ik er veel over na, wat ga ik zeggen/vragen, waar zal het gesprek over gaan?
In mijn hoofd bereid ik het gesprek al helemaal voor. Tijdens het gesprek ben ik ook veel aan het nadenken en na het gesprek analyseer ik alles wat er gezegd is. Na een sociale afspraak ben ik heel moe.
Ook vind ik onverwachte telefoontjes heel lastig. Als de telefoon gaat staar ik een tijdje naar mij scherm. Wel/niet opnemen? Wat zal diegene gaan zeggen? Waar bellen ze voor? Heb ik dan wel zo het antwoord? Als ik dan toch niet opneem, hoop ik dat ze inspreken of een mailtje sturen zodat ik me kan voorbereiden op het gesprek. Dan heb ik toch vaak weer spijt dat ik niet heb opgenomen, want dan weet ik nog niet waarvoor ze bellen of wie het was bij een onbekend nummer. Daar kan ik dan weer een hele tijd mee in mijn hoofd zitten. Het liefst app of mail ik zodat ik kan voorbereiden op het gesprek en kan bedenken wat ik terug kan zeggen.
2.Ik werk;
Vrouwen met autisme kunnen zeker werken. En niet alleen in de ICT. Je vindt vrouwen met autisme in allerlei beroepsgroepen.
Ook ik heb een ontzettend leuke baan als autisme coach en trainer.
Deze baan geeft me veel voldoening en plezier.
T heeft me wel veel gekost om hier te komen. Sinds ik werk, eigenlijk al tijdens mijn jaarstage loop ik tegen mijzelf aan.
Het samenwerken, de druk van deadlines, mijn perfectionisme, het verantwoordelijkheidsgevoel. Geen tijd om te schakelen, te ont stressen. Het geeft mij zoveel stress en spanning dat ik regelmatig heel veel werkstress heb ervaren/ervaar. En 2x echt uitgevallen ben met een burn-out. En toch ging ik door. Koste wat t ook kost.
Na de laatste keer heb ik een andere keuze gemaakt. Ben ik een diagnose traject in gegaan en voor mijzelf begonnen.
Elke dag worstel ik hierin met keuzes. Kiezen voor mezelf wat betekent; niet meer dan 3 afspraken/gesprekken op een dag, schakeltijd tussen de afspraken door, ontspanning inplannen en niet meer dan 3 dagen werken.
Of gewoon doorgaan en net doen alsof ik 8 uur op een dag kan werken net zoals veel andere mensen.
In die valkuil stap ik nog vaak: erbij willen horen, net doen als anderen, negeren van mijn grenzen, camoufleren en maskeren dat het mij spanning geeft of energie kost. "Ik kan dit gewoon!".
Met alle gevolgen van dien.
3. Je maakt oogcontact;
Dat klopt. Ik heb vroeger altijd geleerd dat je iemand moet aankijken dat is netjes. Maar dit betekend niet dat ik het fijn vindt. Als het aan mij ligt zitten we niet tegen over elkaar, maar gaan we lekker wandelen of doen we samen iets zodat ik je niet aan hoef te kijken. Helemaal niet tijdens moeilijke gesprekken/onderwerpen.
4. Je ziet er niet autistisch uit; Jij Autisme? Ik geloof het niet!
Dan vraag ik me af, hoe ziet iemand die autistisch is/iemand met autisme er dan uit?
“Jij een gebroken been? Dat geloof ik niet. Is het niet wat anders?
Ik zie het helemaal niet aan je. Je zit hier nog gewoon.
Een gebroken been kan je niet aan de buitenkant zien he?! Ze hebben in het ziekenhuis foto’s gemaakt en het was duidelijk te zien. Ik heb ook best wel veel pijn eigenlijk… De dokter zal het toch wel weten?!
Ik voel me aangevallen en ga het zitten uitleggen en me verdedigen.”
Dat heb ik nu ook als ik vertel dat ik autisme heb. Mensen geloven het niet en vertellen dat ook luid en duidelijk. Ze gaan allerlei alternatieven aandragen of dat het misschien niet kan zijn. Veel kennis van autisme hebben ze niet, dat vertellen ze er dan wel weer bij. Maar ze denken toch dat ze het beter weten dan de specialisten.
Dat voelt vervelend. Alsof ik me moet verantwoorden.
Nieuwsflash: bij vrouwen met autisme uit autisme zich heel anders! En nog iets, het is een spectrum, wat betekend dat het bij iedereen met autisme anders. Iedereen met autisme heeft andere dingen waar hij/zij last van heeft of blij mee is.
Veel vrouwen met autisme die ik ken en spreek herkennen dit. Ze hebben een lange zoektocht achter de rug. Ze worstelen al lang. Ze zijn kei goed in maskeren en camoufleren. Als ze dan de diagnose krijgen is het lastig om dit te vertellen aan de omgeving om deze reacties.
Net als ik, ik ben een hele goede kameleon. Ik kan sociale contacten aangaan, maar dit kost me veel energie. Ik heb me aangeleerd om mezelf aan te passen en goed mijn best te doen, zodat anderen niet opmerken hoeveel moeite het me kost. Dat jij het niet ziet, betekend niet dat ik er niet (soms) heel veel last van hebt.
Het thema van de autismeweek is Diversiteit. Er zijn zoveel verschillende mensen autistisch/met autisme. Als je 1 iemand met autisme kent?! Dan ken je 1 iemand met autisme
Wat ik fijn zou vinden? Dat je vraagt hoe het voor mij is? Of ik er iets over wil delen? Dat je luistert zonder oordeel.
Wat je ook kan doen, als je nog niet zo veel over (vrouwen met) autisme weet? Dat je er een boek over gaat lezen, zo kom je langzaam meer te weten…
Een goede boekentip is: ‘maar je ziet er helemaal niet autistisch uit’ van Bianca Toeps.