Soms heb je als ouder van een zorgintensief kind een moeilijke periode.
Mijn kind zit in de put en als ik zie dat mijn kind verdrietig is en worstelt, dan zit ik zelf ook in die put.
Samen zitten we in een diepe donkere put. Met modder op de bodem die ons vastzuigt. Er ligt ook een schep. Maar hoe harder ik schep, hoe dieper ik vast kom te zitten. Ik doet zo mijn best, maar het lukt even niet. ik zie even het perspectief niet meer. Ik weet ook dat we samen wel de weg uit de put vinden. Samen bouwen we weer een ladder waarmee we er samen uitklimmen. Maar nu nog even niet. Ik zit nu nog in de bodem van de put. Het voelt alleen en donker op die bodem.
Ik zie mensen boven aan de rand staan. Ze roepen dat ik harder moet scheppen, ‘je doet vast niet hard genoeg je best!’. De goede adviezen vliegen me om de oren, als regenspetters. Het geeft me een rot gevoel. ‘Doe ik het wel goed?’.
Ik wil gewoon even rustig op de bodem zitten en verdrietig zijn. Verdrietig om alles wat er even niet is. Alle verwachtingen die anders zijn, de dingen die ik moet loslaten, de dingen die nu niet lukken. Hoe hard we er samen ook voor werken. Andere mensen kijken net even over het randje, ik zie net hun kruin verschijnen. Ze doen net of ze de put niet zien en roepen iets over het mooie weer. Ik zie alleen de grijze wolk boven de put. Weer iemand anders staat aan de rand, van onder af voelt het alsof een reus op ons neerkijkt. Ze gooit een schep, ‘hier, hiermee moet het zeker lukken! Ik weet het zeker.’ Dapper probeer ik de schep, terwijl ik al weet, nee dit werkt ook niet. “doe ik het wel goed?” Ik voel me alleen. Wie durft het aan om even bij me te komen zitten? Te zien dat vanuit de put het donker en alleen is? Dat de weg naar boven een flinke klim wordt, waar ik energie voor moet sparen en best wat hulp bij kan gebruiken. Dat het niet erg is dat deze donkere, stille, eenzame put mij verdrietig maakt. Dat ik even flink kan huilen en me mag laten gaan. Dat ik het even niet mag weten, even de uitweg niet kan zien. Dat ik getroost word zonder oordeel.
Dan opeens staat er iemand naast mij in de put. Ik voel een schouder om me heen. Ik mag even spuien, negatief zijn, verdrietig zijn. Ze luistert en humt, geeft geen oordeel en vraagt wat kan ik voor jou doen? Wat heb jij nu nodig? Een andere ouder. Zij begrijpt dat het soms gebeurd dat je in de put zit (samen met je kind) en dat het niet altijd gelijk weer lukt om eruit te komen. Dat dat oké is. Blijf maar lekker even zitten. Ik kom af en toe even naast je zitten en klets maar tegen mij aan. We lossen de problemen niet op, de put is nog even diep, maar ik voel me minder alleen.
Contact met andere (ouders) die weten waar je het over hebt is zo belangrijk. Zij begrijpen echt hoe rot en alleen je je soms kan voelen.
Mocht jij zelf met het idee rondlopen een einde aan je leven te willen maken en niemand weet dat nog of je struggelt er bijna alleen in je eentje mee? Probeer erover te praten met iemand die je vertrouwt of zoek hulp. Je kunt ook bellen met het nummer 113.